Het International Primary Curriculum (IPC) is een curriculum waarbij aan de hand van thema’s geleerd wordt over de zaak- en creatieve vakken. De onderwerpen zijn gevarieerd en maken dat de kinderen enthousiast aan het leren zijn. Voorbeelden hiervan zijn ‘Tijddetectives’, ‘De actieve planeet’ en ‘Nederland Waterland’.
De groepen 3 t/m 8 werken met het IPC. Voor de groepen 1 en 2 wordt het International Early Years Curriculum (IEYC) gevolgd. Hierbij richten de leerdoelen zich op de sociaal-emotionele-, taal-, reken- en motorische ontwikkeling. Deze worden aan de hand van het thema in een rijke leeromgeving aangeboden.
IPC en IEYC worden aangeboden aan de hand van een vaste cyclus.
- Startpunt: Het onderwerp wordt geïntroduceerd op een manier die de kinderen aanspreekt.
- Kennisoogst: Kinderen laten zien wat ze al weten. Dit helpt bij het leren van de nieuwe kennis, vaardigheden en begrip.
- Uitleg thema: er wordt besproken wat geleerd gaat worden. Dit helpt de kinderen om verbanden te leggen.
- Vakgebieden: het leerdoel staat centraal. Met onderzoeks- en verwerkingsactiviteiten worden de taken vormgegeven.
- Afsluiting: kinderen presenteren aan ouders en elkaar wat ze hebben geleerd tijdens het thema.
Bij IPC gaat het om doelbewust leren; het gaat om wat je leert en niet om wat je doet. Dit betekent dat kinderen weten wat het leerdoel van de les is en hoe ze hun kennis, vaardigheden en begrip kunnen ontwikkelen.
Belangrijk is ook het internationale aspect. Bij elk thema gaan kinderen bekijken wat de overeenkomsten en verschillen zijn met andere culturen. Zo groeien kinderen op tot wereldburgers.